Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen zond Saul boden heen, om David te [22]halen; die [23]zagen een vergadering van profeten, [24]profeterende, en Samuel, staande, over hen gesteld; en de Geest Gods was over Sauls boden, en die [25]profeteerden ook. 22. Zie vs.14. 23. Hebreeuws, zag; dat is, elk een derzelver zag. 24. Dat is, God lovende en zijn naam groot makende met gebeden en lofzangen. 25. Dat is, zij stelden zich aan gelijk de profeten deden als zij profeteerden. Zie boven, hfdst.18 vs.10. Het schijnt dat deze boden van Saul zo van zin veranderd zijn geworden dat zij, hun wapenen afleggende, niet verder dachten de handen aan David te slaan, daar zij nochtans om uitgezonden waren.